Wat is een concept?

Wat is een concept?

De drang om iets te verklaren is iets wat van nature in de mens zit. Niets, wat de mens voortbrengt, kan daarom zonder een bedoeling zijn, zonder een gedachte, maar ook niet zonder een gevoel.
Alles wat de mens voortbrengt komt dus vanuit een gevoel, vanuit een gedachte en vanuit een persoonlijke kwaliteit. Elke ontwerpdiscipline ontwerpt concepten die deze elementen in zich hebben. Per discipline kunnen deze elementen in verschillende verhoudingen zijn aangesproken.

Of het nu om een eierdopje gaat of om de aanleg van de Betuwelijn, als jij je bewust kunt worden van wat de kern is van wat je wilt (kan ook alleen aanvoelen betekenen) en deze mening/visie kunt overbrengen, is de uitwerking daarvan een vakmatige afspiegeling (kunde).

We nemen aan dat het concept het uitgangspunt is voor een uitwerking, het uitgangspunt voor vormgeving; het uitgangspunt voor de vormgeving van een product.

Een conceptontwerper zou dan iemand zijn die voor een ander (persoon of bedrijf) het uitgangspunt voor vormgeving onder woord + beeld brengt (gevoel of gedachte). Soms werkt de conceptontwerper ook vanuit zichzelf.

Wie bedenken concepten?

Concepten kunnen eigenlijk door iedereen bedacht worden, maar meestal gebeurt dit door conceptontwikkelaars. Zij hebben de sociale contacten en middelen die nodig zijn om een concept te ontwikkelen en te verkopen. Het kan zijn dat de opdracht van een extern bedrijf komt waardoor de conceptontwikkelaar dus al enige richtlijnen krijgt met betrekking tot de doelgroep of andere zaken die van belang zijn voor de onderneming.

Ook kan het natuurlijk voorkomen dat de conceptontwikkelaar zelf, zonder opdracht, concepten ontwikkeld en probeert op de markt te verkopen. Er zijn dan geen beperkingen en richtlijnen waar het product aan moet voldoen, wat zorgt voor veel vrijheid voor de ontwerper.

Wanneer is een concept geslaagd?

Er zijn sterke en zwakke concepten. Een sterk concept is betekenisvol, onderscheidend en heeft vooral uithoudingsvermogen. Een concept moet ook gemakkelijk communiceerbaar zijn door de verschillende media om te zorgen voor bewust wording van de consument. Meestal wordt er op een bepaald gevoel ingespeeld, door de benadrukking van bepaalde dingen gaan mensen er over nadenken en wordt het concept dus betekenisvol voor de consument.

Bijvoorbeeld het boek de Da Vinci Code. Dit boek stond maandenlang genoteerd als bestsellers in de top 10 van de meest verkochte boeken over de hele wereld. Bovendien is er deze week een film van in première gegaan, wat veel publiciteit met zich meebrengt. Hierdoor stijgt waarschijnlijk de verkoop weer. Maar ook sportevenementen zoals het WK voetbal en de Olympische spelen weten mensen te boeien.

Zwakke concepten missen daarentegen het uithoudingsvermogen en de communiceerbaarheid. Deze concepten zullen minder goed lopen doordat mensen ze minder interessant vinden, of omdat ze het niet snappen.

Hoe bescherm je een concept?

Een concept kun je beschermen door er een eigendomsrecht aan te verbinden. Een eigendomsrecht is het volledigste, hoogste recht van gebruik en beschikking.

Er zijn drie manieren om een eigendomsrecht aan je concept te verbinden. Deze drie zullen in hieronder worden uitgelegd.

Allereerst beginnen we met het patent/ octrooi. Hier valt echter niet veel over te vertellen aangezien deze in dit vak niet veel voorkomt of wordt gebruikt. Dit wordt namelijk veel gebruikt voor uitvindingen en niet zozeer bij concepten, we zullen hier dus ook niet verder op ingaan.

Als tweede behandelen we het merkrecht. De uitleg zoals hij in de dikke van Dale staat is: 1 samenstel van rechtsregels die betrekking hebben op de rechtsbescherming van merken. 2 monopolie op het voeren van een merk.

Bij het merkrecht gaan we altijd uit van een merk dat geregistreerd moet worden. Dit kan bij bijvoorbeeld het bureau Benelux merken. Dat registreren kost 350 euro per inschrijving. Het merkbureau kijkt daarbij of het merk niet misleidend is, maar of het wel onderscheidend is, het moet dus wel iets eigens zijn en niet iets algemeens zijn. Vervolgens wordt het merk gedeponeerd, waarbij eventueel een onderzoek kan worden aangevraagd of het merk niet al bestaat. Regel is echter wel dat het merk binnen vijf jaar gebruikt moet worden, omdat het recht ven gebruik van het merk anders vervalt. Er kan worden gekozen tussen een internationale merkregistratie (wereldwijd) en een Europese merkbescherming. De wereldwijde bescherming kan wel veel meer kosten dan een Europese, bovendien kan de wereldwijde registratie in de eerste vijf jaar nog gevaar lopen, omdat het merk na vijf jaar niet landelijk verloopt, maar wereldwijd.

Het merk wordt ingeschreven in een bepaalde categorie, bijvoorbeeld parfums, shampoo of auto’s. Indien er een winkelier of bedrijf is die het merk al gebruikt, langer dan dat de aanvrager dat doet, dan krijgt de winkelier voorrang. Hiermee is het zo dat de bedrijven en winkeliers beschermd worden als ze hun bedrijfsnaam niet als merk hebben vastgelegd. Indien de bedrijven zeer veel van elkaar verschillen en niet in dezelfde categorie zitten, dan kan het mogelijk zijn dat beide bedrijven het merkrecht krijgen toegewezen.

Als laatste behandelen we het auteursrecht. De uitleg die hierbij in de dikke van Dale staat is: 1 het recht van de maker op het publiceren van zijn werk => copyright, kopijrecht, rechten. 2 royalty’s voor een auteur. 3 samenstel van regels dat de geestelijke eigendom regelt.

Bij een auteursrecht moet altijd iets geuit worden, dit kan vastgelegd worden door er een stempel op te laten zetten met de datum erop vermeld. Dit kan voor een klein geldbedrag (3 euro) al gedaan worden bij het belastingkantoor. Hiermee is het dus zo dat je dan zeker van bent dat je een recht hebt en dat de datum daarvan vast staat. Het recht dat je daarmee verkrijgt is het recht om wijzigingen in je werk aan te brengen, maar ook om het werk te exploiteren en het openbaar te maken. Dit recht vervalt pas 70 jaar nadat de maker (degene die het auteursrecht in handen heeft) overlijdt.

Indien het werk bijvoorbeeld op het internet wordt geplaatst zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, dan is de provider van de site verplicht het werk eraf te halen. Het auteursrecht wordt namelijk geschonden en de provider is hiervoor aansprakelijk.

Waarom kopen mensen nieuwe concepten?

Mensen kopen nieuwe concepten als er wat aan te verdienen valt. Als ze bij voorbaat al het idee hebben dat het concept flopt willen ze er verder niet eens over na denken. Het is dus zaak om de koper van het concept te kunnen overtuigen over de winstgevendheid en opbrengst van het concept. Daarnaast zullen ze kijken of het concept voor het bedrijf uitvoerbaar is. Dat betekent dat ze zullen kijken of ze daar de juiste contacten voor hebben of voor kunnen krijgen. Bovendien zal de koper kijken of het concept wel past bij de doelstelling van het bedrijf.

Waarom kopen mensen een nieuw concept?

De consument heeft altijd behoefte aan nieuwe producten. De consumenten zijn te verdelen in twee groepen: de kleine groep trendsetters en de grote groep volgers. De trendsetters kopen nieuwe producten om zich te onderscheiden. De groep volgers kopen vervolgens de producten om de trendsetters te volgen.

Welke conceptontwikkelaars ken je?

Jan Rijkenberg
BSUR Concepting is het bedrijf wat Jan Rijkenberg mede heeft opgericht en waar hij partner van is. Eind 1998 publiceerde hij zijn boek, de bestseller ‘Concepting’, waarin hij vertelt dat hedendaagse marketing niet meer uitgaat van een sterke focus op het product. Juist een focus op het verspreiden van een visie van een merk of onderneming is belangrijk. De visie over concepten: “het op de markt brengen van merken die een gedachtegoed vertegenwoordigen: visies, houdingen, overtuigingen, motivaties, taal-golflengtes, interessevelden, wereldbeelden en ‘werelden’, die voor de consumenten een betekenis hebben”. Zijn visie op de communicatiewereld is nu: ” ‘added value’ communicatie. Het gaat er volgens hem om de beleving.” Een voorbeeld is Blue Band, het gaat niet om wat je op je brood doet, maar het gaat volgens hem erom wat voor soort moeder je bent als je Blue Band gebruikt.

Harry Roetert
Hij is opgegroeid op een boerderij. Van huis uit heeft hij een nuchtere, praktische kijk op de wereld meegekregen. Als kind las hij alle boeken die hij te pakken kon krijgen om zijn nieuwsgierigheid naar de wereld om hem heen te bevredigen en de ideeën en gedachtes van anderen in zich op te nemen.
Hij heeft zich nu gespecialiseerd op internet en comunicatieve gerelateerde zaken. Momenteel is hij bezig als productontwikkelaar van een bestaand product een nieuw concept te bedenken.
Hij ontwikkelt communicatie- en internetconcepten. Als particulier maar ook als bedrijf kan je bij hem terecht. Naast conceptontwikkelaar ambieert hij ook het kunstenaar en adviseur/coach zijn.
Onder andere voor de organisatie ‘vrienden van het platteland’, innovatiesteunpunt Wageningen en DLV adviesgroep heeft hij meegewerkt aan conceptontwikkeling. Zijn visie: Ieder mens bezit een unieke combinatie van talenten en eigenschappen. Ik vind dat de belangrijkste levenstaak van een mens is deze te ontdekken, te ontwikkelen en zodanig te gebruiken dat een zo groot mogelijke meerwaarde ontstaat voor jezelf, voor anderen en voor de maatschappij als geheel. Ik geloof dat het niet toevallig is dat ik opgegroeid ben in de meest ‘aardse’ omgeving die er bestaat (een boerderij) en dat ik me vooral aangetrokken voel tot ‘luchtige’ zaken (ideeën, ontdekkingen, filosofie, kunst).
Ik geloof dat mijn levenstaak bestaat uit het verbinden van lucht en aarde, waarbij ik leef met
“het hoofd in de wolken en de voeten in de klei”.

Marieke Gelissen
Zij is werkzaam bij ‘Ideeel +’, een bureau dat naar aanleiding van de vraag van de opdrachtgever een concept op maat bedenkt. Bijbehorende producten kunnen zijn een festival, een congres, een mediacampagne, een onderzoek, een expositie, een boek, een publiciteitsstunt, etc. Of een combinatie van activiteiten.
Quote: ‘Het mooiste vind ik het als je echt een wisselwerking met de opdrachtgever kunt laten ontstaan. Dat je elkaar scherp houdt. En elkaar aanvult. Dat levert vaak het beste resultaat op.’

Jorn Mols
In 2004 tijdens de week van het Ontwerp heeft Jorn Mols met ‘Curve’, een designrollator uitgevoerd in berkenhout, de eerste prijs gewonnen. Ook de ‘Colorwatch’, een horloge dat op basis van kleur de tijd aangeeft, komt van zijn hand.
Het bureau waar Mols werkzaam is heet House Of Concepts.

Hoe sluiten concepten aan op huidige trends?

Trends ontstaan vaak uit nieuwe of vernieuwde producten. Dit zijn niet alleen gebruiksvoorwerpen maar dit kunnen zelfs levenstijlen zijn. Nieuwe of vernieuwde concepten, tastbaar of niet, zijn vaak potentiële trends. Ze worden op de markt gezet om in gebruik te worden, liefst door zoveel mogelijk mensen. Hoe meer mensen, hoe meer het een trend is. Iedere ondernemer ziet zijn concept graag omslaan in een trend. Trends zijn vaak freepublicity gevoelig en dat is altijd fijn voor je bedrijf.

Gemaakt door: Groep 3

Plaats een reactie